HERMANS ZETTE REGELMATIG HET BORD IN DE FIK
Valre Hermans overledenweb24-04-2019-Eigenlijk dacht ik altijd dat grote persoonlijkheden als Valère Hermans onsterfelijk zijn. Dit blijkt helaas niet zo te zijn, vandaag (woensdag 24 april) april) is hij op 71-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van kanker. Ik heb veel met en tegen Valère gespeeld, met name bij Eureka in nationale en provinciale teams. Hij was altijd vriendelijk en probeerde altijd sigaretjes en sigaartjes te bietsen. Andersom kwam hij ook altijd spontaan over de brug met rookwaren of was hij er als de kippen bij om een rondje te geven of even voor aanvang van de wedstrijd vriendschappelijk de schouders te masseren. In feite was hij een zachte en zorgzame man die natuurlijk altijd twee handen op één buik was met zijn lieve vrouw, die hem ook steeds vaker bij damtoernooien vergezelde. Eenvoudig en tevreden was hij, eigenlijk nooit op grootspraak te betrappen. Goed dan, als het over dammen ging wilde hij nog wel eens even pochen. Maar dat was zeker ook een vorm van humor. “Die gaat er aan. Die vreten we met huid en haar op. Die geven we een schop onder de ballen. Dienen heeft een pechdagje, dat hij juist mij treft”, waren zo maar enkele teksten die regelmatig uit zijn mond vloeiden. Zodra er gedamd moest worden, veranderde Valère soms in een heuse damclubhooligan. Rondvliegende borden, schijven, scheldpartijen en allerlei gedoetjes blijven in ons collectieve geheugen gegrift. Het werd trouwens met het vorderen van de jaren allemaal jammer genoeg wel ietsje minder, want ik kan nog steeds erg genieten van een relletje in het soms wel heel brave damwereldje. Maar gelukkig bleef de damvlam wel tot op hoge leeftijd branden, want zijn fanatisme was gewoon heel vermakelijk en werkte aanstekelijk.
 

DAMCLUBHOOLIGAN
Als je tegen hem speelde wist je dat het ergens om ging, dat het bord letterlijk of figuurlijk in de fik ging en dat er zich weer vreselijke taferelen zoals op haperende klokken, tijdnood, vallende schijven en andere ongemakken zouden opstapelen. Bij dat alles zou je vergeten dat Valère best wel een begenadigde dammer was. Natuurlijk was het geen theorie- of stijlkanon, maar hij kon door zijn enorme inzet en competitiedrang regelmatig spelers met een meesterniveau verrassen. En als het echt om de worst ging kon hij nog aardig diep rekenen ook. Sterk van Valère was dat hij andere dammers ook hun credits gunde, zelfs als je van hem won. Hij was in tegenstelling tot vele dammers ook geïnteresseerd in jóuw als persoon. Zo volgde hij altijd nauwgezet de avonturen van mijn zoon Tom en zei regelmatig tegen me: “Nondeju, die zoon van jou dat wordt een hele goeie. Heel enthousiast kon ie daar over zijn. “Goed voorbeeld doet goed volgen”, riep hij altijd. Als ik dan zei dat Tom dat talent van mij met mijn ratinkje van 960 niet kon hebben, zei hij: ‘Jong oe schuift toch ook een lekkere partij en sloeg ie me op de schouders.’ Kortom een man zoals een man moet zijn: hard op de bal, stoer, humorvol, soms kinderlijk, fanatiek en vooral - diep in zijn hart - heel lief!
Mijn mooiste herinnering is een dampartij tegen Valère tijdens het LK sneldammen. Het was al lang remise in een twee om drie, maar Valère speelde nog even door omdat ik nog maar twintig seconden op de klok had. “Had ik maar een beetje op moeten schieten, niet dan?” Opeens schoof hij met zijn mouw een schijf op de grond. “Roap die s op man”, zei hij. “Dacht t niet”, zei ik en drukte met een verdekt gebaar de klok uit. “Moet je zien Valère”, zei ik toen. “Die klok heeft het begeven, je slaat er ook veel te hard op man.” Valère keek me even verbouwereerd aan en schoot toen in een lachbui van een minuutje of twee. “Goed jong, het is remise”, zei hij berustend. Want zo was hij: eventjes super fanatiek en dan weer snel zijn lieve zelf. Rust zacht kameraad!